In 2013 begon ik met NoordOogst en een van de eerste dingen die ik wilde onderzoeken was de haalbaarheid van zoutwater aquaponics. Daarvoor had ik uiteraard geld nodig. Na wat googelen kwam ik terecht bij de RVO die een regeling had voor haalbaarheidsonderzoek voor innovatie topsectoren. Dit is de regeling die nu nog bekend staat als MIT. Ik was nog in de veronderstelling dat ik zelf veel verstand had van subsidies en dat ik wel zelfstandig een aanvraag kon don. Nou dat viel tegen…
Ik ondervond dat er per sector anders aangekeken wordt tegen subsidiëring en de legitimatie daarvan. Ik – afkomstig uit de culturele sector – was eraan gewend dat je moet aantonen dat je een goed idee hebt, met een sterk plan en dat het een succes gaat worden.
Dat succes mag dan gesubsidieerd worden. In de innovatiewereld daarentegen merkte ik, wordt vooral gekeken naar wat je plan nog niet heeft. Voor wat er nog niet is kun je dan nog subsidie krijgen. Als je al een succesverhaal hebt, heb je immers geen subsidie meer nodig; dan kun je naar de markt. Van belang is uiteraard dat je wel het perspectief biedt een economische spin-off; liefst in termen van keiharde werkgelegenheid.
Het zal geen verrassing zijn dat de subsidie niet werd toegekend. Dat reken ik mijzelf aan. Ik had geen idee. Maar graag illustreer ik even wat ik meemaakte toen ik in de telefoon klom met vragen had over de regeling. Hoe ik van het kastje naar de muur werd gestuurd was zeker op kafkaëske te noemen. Men onderscheidde binnen die MIT regeling tien topsectoren.
Overtuigd van mijn eigen veelzijdigheid liet ik me daardoor niet afschrikken. Maar de vraag was natuurlijk binnen welke topsector aquaponics viel. Ik heb letterlijk 10 keer aan weer een ander luisterend ambtenarenoor mogen uitleggen wat aquaponics was. Nee niet agri & food vond men. Ook niet water & maritiem en ook niet Health Holland of Holland High Tech, hoewel ik toen ook al wel bezig was met sensortechnologie en nanobubbles.
Uiteindelijk werd mij geadviseerd om dan maar in te dienen bij tuinbouw en uitgangsmaterialen, immers zowel bij de vissen als bij de groenten heb je uitgangsmateriaal nodig. Duh.
Ik voelde toen al nattigheid, als de adviseurs bij het ministerie al niet wisten wat ze met mij aan moesten. De aanvraag werd natuurlijk resoluut afgewezen. Het jaar daarop probeerde ik het weer met hulp van Asqa susbidies en het werd toegekend. Sterker nog ik heb inmiddels driemaal ondersteuning van het RVO gehad voor een MIT haalbaarheidsproject! Asqa spreekt de ‘taal van de topsectoren’ duidelijk beter dan ik.
Mijn punt is eigenlijk dat het bijzonder is dat je bij de RVO op achterstand staat als je iets wilt wat niet in een vakje past. Let wel: we hebben het over innovatieland. Notabene daar wordt het niet gewaardeerd of gehonoreerd wanneer je idee in meerdere hokjes past. Ik snap heus wel de meerwaarde van focus. Maar niet als je daarmee het kind met badwater weggooit.
Innovatie wordt hierdoor beperkt tot iets bestaands te verbeteren of efficiënter te maken. In feite gaat het om een verdere specialisatie binnen de bedrijfskolom of de keten. Oké, specialisatie en het inzetten van middelen (subsidie) op een beproefd procedé beperkt mislukking en kapitaalvernietiging. Het werpt alleen wel een drempel op voor nieuwkomers in een markt. Het werkt echter ook op een andere manier beperkend, omdat het een tunnelvisie aanmoedigt.
Ik loop er dus tegenaan dat mijn wereld wordt vormgegeven door ‘specialistic monomaths’, afkomstig uit een bedrijfswereld die gericht is op productiviteit en efficiency. In een voorspelbare, rechttoe rechtaan wereld werkte dit goed, maar we leven in tijden van verandering. Waarin het heden steeds complexer wordt, de toekomst ongewis is en het aantal mogelijkheden ongekend lijken.
Hier schiet een specialistische benadering tekort. Innovaties moeten het dan juist moeten hebben van crossovers, of liever nog een holistische benadering.
Juist dan zijn het juist de generalistische ‘polymaths’ die een weg kunnen vinden en wijzen. Het vermogen om ongelijksoortige punten met elkaar te verbinden en de wereld door een caleidoscoop van perspectieven te zien lijkt me dan van onschatbare waarde.
Ik zie mezelf ook als veelweter en ik preek hier natuurlijk voor eigen parochie. Dat neemt alleen niet weg dat het ongewenste situatie is waarbij het in een landschap dat gedomineerd wordt door het specialistisch denken ondoenlijk is om draagvlak te vinden voor een globale, integrale of holistische aanpak.
En dat terwijl we voor zulke grote uitdagingen staan waarbij de gerichtheid op meer van hetzelfde het meest doet denken aan het gedrag van struisvogel als ie het ook niet meer weet.
Het is verheugend om te zien dat de RVO aansluiting zoekt bij de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Dat ademt in elk geval wel een integrale holistische benadering uit. De site van de RVO is onlangs aangepast en heeft zelfs de vormgeving geleend van de VN.
Maar met een aantal kleurige icoontjes ben je er niet. En zeker niet als je er maar 9 hebt terwijl je steeds spreekt over 10 topsectoren. Laten we maar zeggen dat de RVO zelf ook nog in transitie is en maar hopen dat het de goede kant op gaat. De wal keert het schip zeg ik altijd maar.