Op één van de bijeenkomsten over de invulling van de dubbele dijk in Delfzijl maakte ik kennis met een garnalenvisser uit Zoutkamp. De garnalenvisserij heeft altijd een warm plekje mijn hart gehad, ik ben er mee opgegroeid en het deed mij pijn de visserij te zien verdwijnen uit Delfzijl. Gelukkig bleef een deel van de vloot over in Lauwersoog en ontstond daar zowaar een lokale industrie. Dankzij innovatie en vernuft werd Groningen voor de garnalenvangst wat Zeeland voor de mosselen en oesters is.
De visser vertelde mij dat het er niet makkelijker op wordt om een boterham te verdienen. Schommelende dieselprijzen, windmolenparken, natura 2000 en aanlandplicht hebben er voor gezorgd dat het voorbestaan voor veel vissers onzeker is. De visser die ik sprak kwam met het idee om de ondermaatse garnalen niet langer terug te gooien. Hij stelde voor om ze in plaats daarvan mee terug te nemen en ze op land op te kweken. Dat scheelt diesel en bodemverstoring. Je hoeft voor de diezelfde garnalen immers niet nog eens uit te varen.
Dus besloten we er een project van te maken. Ik vroeg een MIT subsidie aan voor een haalbaarheidsstudie. Die werd gehonoreerd en we zochten samenwerking met de Hogeschool van Hall Larenstein. Inmiddels heeft een groep studenten de desktopstudie Land Based Shrimp Farming afgerond. Vervolgens startte NoordOogst met afstudeerders Wiebe Kolkman en Willem Haen met het onderzoek Van discard naar duurzaam, het opkweken van ondermaatse Crangon crangon uit visserij discards. Hierbij rusten we de MARS unit met raceways en gaan we samen met Terra in het Ziltlab aan de slag met zilte folievijvers.